Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Mattithja, en Elifele, en Mikneja, en Obed-edom, en Jeiel, en Azazja, met harpen [22]op de Scheminith, om den toon te versterken. 22. Alzo noemt hij den bassus of tenor, die wel een octaaf of acht noten verschilt van den superius of contratenor. Zie Ps.6:1, met de aantekening.